De familienaam
Oost(e)ru(o)m e.d. is in veel gevallen afgeleid van het heem (boerderij) ten oosten van het plaatsje 't Goy bij Houten. Een van de oudste vermeldingen van de Oosterheem is te vinden in een oorkonde uit het jaar 1227, die zich bevindt in het het archief van het Kapitel van St. Marie. Hierin is een uitspraak opgenomen van de Bisschop van Utrecht,
Otto II van Lippe over het tiendrecht. "
Itaque hiis omnibus rite peractis, nos, vredebanno sollemniter pronuntiato, prefatam ecclesiam in perpetua suarum decimarum possessione confirmacimus. Decime autem, super quibus mota fuit questio, sunt in villis Halten, Lurke, Westerhem, Osterhem, et ultra Novum dicum et in quadam insula que dicitur Dennewert vel Grevenwert, et quecunque decime possunt emergere in parrochia de Halten, tam de cultis agris quam de incultis". 
Het loopt overigens slecht af met Bisschop Otto. In hetzelfde jaar raakt zijn zwaar bepantserde ridderleger vast in het moeras tussen Ane en Coevorden. De paarden kunnen niet meer voor- of achteruit en het leger wordt in de pan gehakt door de boerensoldaten van Coevorden. Zowel vrouwen als mannen vermoorden de weerloze ridders, de slachting duurt wel een hele dag. De bisschop van Utrecht wordt op wrede wijze gedood door hem voorover in de modder te laten stikken. Vervolgens wordt zijn geschoren kruin als trofee gevild. Ook zijn broers vinden de dood.
De familienaam Oost(e)ru(o)m e.d. is in veel gevallen afgeleid van het heem (boerderij) ten oosten van het plaatsje 't Goy bij Houten. Een van de oudste vermeldingen van de Oosterheem is te vinden in een oorkonde uit het jaar 1227, die zich bevindt in het het archief van het Kapitel van St. Marie. Hierin is een uitspraak opgenomen van de Bisschop van Utrecht, Otto II van Lippe over het tiendrecht. "Itaque hiis omnibus rite peractis, nos, vredebanno sollemniter pronuntiato, prefatam ecclesiam in perpetua suarum decimarum possessione confirmacimus. Decime autem, super quibus mota fuit questio, sunt in villis Halten, Lurke, Westerhem, Osterhem, et ultra Novum dicum et in quadam insula que dicitur Dennewert vel Grevenwert, et quecunque decime possunt emergere in parrochia de Halten, tam de cultis agris quam de incultis". 
Het loopt overigens slecht af met Bisschop Otto. In hetzelfde jaar raakt zijn zwaar bepantserde ridderleger vast in het moeras tussen Ane en Coevorden. De paarden kunnen niet meer voor- of achteruit en het leger wordt in de pan gehakt door de boerensoldaten van Coevorden. Zowel vrouwen als mannen vermoorden de weerloze ridders, de slachting duurt wel een hele dag. De bisschop van Utrecht wordt op wrede wijze gedood door hem voorover in de modder te laten stikken. Vervolgens wordt zijn geschoren kruin als trofee gevild. Ook zijn broers vinden de dood.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten